|
Biografie
Alfred Joseph Hitchcock op 13 augustus 1899 in Londen geboren als de
zoon van William Hitchcock, een poelier en importeur van fruit, en Emma
Whelan Hitchcock. Als kleine jongen was hij een verwoed zwerver en tegen
de tijd dat hij acht was, had hij op alle buslijnen van Londen meegereden
en was hij in alle havens en op alle kades geweest. Zijn ouders waren
streng katholiek en ze zorgden ervoor dat hun zoon naar een behoorlijke
jezuïetenschool ging. Waardoor hij meteen in Groot-Brittannië
een buitenbeentje was, als lid van een religieuze minderheid.
Toen hij als kind iets gedaan had dat zijn vader niet aanstond, kreeg
hij een briefje mee voor de brigadier van de politie. De agent las het
en stopte Alfred tien minuten lang in een cel. "Zo doen we met ondeugende
jongens", sprak hij hem toen bestraffend toe. Sinds die tijd had
Hitchcock een fobie voor politie en politiebureaus, en die angst komt
in veel van zijn films tot uitdrukking.
Van zijn jezuïetenleraars leerde hij vooral discipline en intellectuele
ernst. Wat zich later in een methodische aanpak zou weerspiegelen. Hij
ging naar het St. Ignatius College, een voorbereidingsschool van de jezuïeten,
waar hij aan een opleiding begon voor het vak elektrotechnicus. Tenslotte
werd hij gedwongen zijn studie aan de universiteit van Londen op te geven
omdat hij moest helpen bij het onderhoud van zijn familie, wat hij deed
door als technisch assistent te gaan werken bij een firma die kabels produceerde.
Totaal niet uit het veld geslagen klom hij van dat nederige baantje op
naar de advertentieafdeling, waar hij zich een begaafd lay-outer toonde.
Al gauw nam hij een baan aan als assistent-opmaker op de advertentieafdeling
van een Londens warenhuis. Hij verdiende er het karige loon van 15 shilling
per week.
Een opleiding "grafisch ontwerper" bracht Hitchcock in contact
met de filmwereld. In een nieuwe studio die het Amerikaanse Famous Players-Lasky
(later Paramount Pictures) in Londen opzette, mocht hij als twintigjarige
werken aan het tekenen van de tussentitels voor de stomme films die er
zouden worden gemaakt. Hier liet hij zichzelf ook niet onopgemerkt. Hij
voegde symbolische tekeningetjes toe aan de anders onversierde titels.
Dit was iets nieuws en het trok de aandacht. Hitchcock werd de leider
van het departement en door zijn leergierigheid was hij vlug vertrouwd
met andere technische aspecten van filmproductie. Dit resulteerde in 1922
tot zijn regiedebuut en was het begin van een zeer succesvolle carrière.
Rond deze tijd ontmoette hij de getalenteerde jonge scenarioschrijfster
Alma Reville. Hun partnerschap, dat begon op een professioneel vlak, zou
een levenslange samenwerking worden die vitaal zou zijn voor Hitchcocks
succes (door haar steun, haar bewerkingen van scripts en originele scenario's).
Op 2 december 1926 trouwde Hitchcock met Alma, op het moment dat zijn
carrière klaarstond om te ontspruiten. En in 1929 werd hun eerste
en enige kind, Patricia, geboren. Hitchcock vertelde later dat zijn relatie
met Alma een heel erg kuise was gedurende het merendeel van hun leven.
Tijdens hun huwelijk zocht Hitchcock in alles wat hij deed (van scriptideeën
en set-ups tot de casting) steeds de goedkeuring van Alma. Het hoogste
compliment dat hij aan een scenarioschrijver gaf was: "Alma vond
je openingsscène erg goed".
Na de release van Family Plot in 1976 trok hij zich op 77-jarige
leeftijd terug in hun villa op het platteland. Op dat moment werd hij
langs alle kanten bekogeld met allerhande awards (maar hij heeft nooit
de oscar voor beste regisseur gewonnen).
Maar omdat hij gedurende zijn hele leven een felle eter en drinker was
geweest, ging zijn gezondheid er sterk op achteruit en hij werd daardoor
nogal verbitterd en eenzaam, met niemand anders dan Alma om voor hem te
zorgen.
Uiteindelijk stierf hij op 29 april 1980 te Los Angeles. Maar zijn erfenis
aan de wereld zal altijd blijven voortbestaan onder de vorm van zijn meesterlijke
films die tot op de dag van vandaag nog steeds populair zijn.
|